dob® begeleiding: dob
home | nieuws | dieren | begeleiding | begeleider | locatie | programma

interactie | AAT en EAT | dob | PGB | voor wie


De volgende activiteiten worden gedaan bij dierondersteunde begeleiding:

 

Maar ook:

en allerlei andere creatieve technieken.
We werken steeds in  klein gezelschap. 

 

WERKEN MET DIEREN MET DE NATUUR ALS BASIS

 

In mijn omgang met de dieren blijf ik steeds op zoek naar een manier die zoveel mogelijk aansluit bij het dier zoals het van nature gewend is om te gaan met soortgenoten en andere voor het dier belangrijke wezens.

 

DE PAARDEN

 

Voor de paarden geldt dat het een kuddedier is net als de mens.
Het verschil is dat het paard in de categorie prooidieren valt, terwijl de mens tegelijkertijd ook “roofdier” is.
Omdat paarden prooidieren zijn hebben ze grote behoefte aan een groep soortgenoten.
Ze zoeken over het algemeen de bescherming van de kudde, voor een betere overlevingskans.
De kudde biedt ze een gevoel van veiligheid en rust. 
Paarden zijn voor hun eigen veiligheid vluchtdieren en slaan bij onraad collectief op de vlucht.

In de natuur loopt een paard in weer en wind, zoekt beschutting in luwtes.

Op de locatie van dob® lopen de paarden dan ook altijd buiten.
Ook na het werk zal het paard na voldoende afbouw tot rust, weer buiten in de weide lopen.

Paarden zijn omdat ze prooidieren zijn, de hele dag bezig met het bewaken van hun veiligheid.
Ze brengen de dag hoofdzakelijk lopend en langdurig etend door.
Er wordt maar een klein deel van de dag slapend doorgebracht.
Uit dat oogpunt bekeken is het voor een paard veel natuurlijker om niet te worden opgesloten in een stal, maar heerlijk met soortgenoten buiten in de frisse lucht te verblijven.

Alleen in geval van nood, bij ziekte of ongeval zal het noodzakelijk zijn om betere bescherming te regelen in de vorm van dekens of stalruimte.

 

Binnen de kudde is er een duidelijke taakverdeling.
Er zijn in een kudde leidende merries te herkennen, er zijn verzorgers, zogende merries, en er zijn verdedigers, dat is meestal de hengst.
In een kudde weet ieder dier waar zijn of haar plaats is.
Paarden laten elkaar door dominantie verschillen duidelijk merken welke plaats ze innemen.
Dit is duidelijk zichtbaar in de ruimte die het dier voor zichzelf inneemt in de omgang met de andere groepsgenoten.
Het dominante paard zal door nonverbale signalen aangeven dat een ander dier plaats moet maken of er in het ergste geval snel vandoor moet gaan om geen afstraffing te krijgen.

Willen wij nu op een succesvolle manier leiding geven aan een paard dan is het verstandig om de principes die gelden binnen de kudde toe te passen in het werken met het paard.

 

Van nature lopen paarden of ongelijke rotsachtige bodem.
Er ontstaat zo een gelijkmatige slijtage aan het groeiend hoefdeel.
Zij hebben in een natuurlijke omgeving geen hoefijzers of ander beslag nodig.  Omdat het terrein waar het paard loopt in ons land meestal de weide is, heeft het paard regelmatig de een bekapbeurt nodig, naast de slijtage die er ontstaat door het dier over verharde bodem te laten lopen, zoals dat wel gebeurt tijdens een buitenrit.
De paarden van dob® krijgen de hoefverzorging via de methode natuurlijk bekappen
.